OOP jrg. 58 (5-6)

18,00

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

E-Book
SKU

OOP58-5/6

Jaargang

jrg. 58 nr. 5-6

Aantal pagina's

48

Uitvoering

full colour

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

Beschrijving

Een los nummer bestellen kan via OOP@Spabonneeservice.nl.
Een abonnement telt 4 nummers per jaar. Zie onze abonnementspagina.


Inhoud van dit nummer

Volgspot: Hokjes denken
An de Boer

De test getest. Over de onbruikbaarheid van psychologische testen voor uitspraken over het individu
Nora Loretan, Bob Radstaak & Anna M.T. Bosman

In dit artikel analyseren we het probleem dat ontstaat wanneer de scientist-practitioner bij het interpreteren van een testscore op een psychologische test een betrouwbare uitspraak wil doen over een individu, maar zich hierbij laat informeren door groepsdata. In de testpraktijk beoogt men de betrouwbaarheid van een testscore te achterhalen door de bijbehorende meetfout te schatten onder gebruikmaking van een kans- en foutentheorie die oorspronkelijk in de astronomie en natuurkunde werden ontwikkeld. Deze theorieën vereisen onafhankelijke en oneindig vaak herhaalde metingen van hetzelfde subject (homogeniteit) onder gelijkblijvende omstandigheden (stationariteit). Dit levert idealiter een scoreverdeling (privéverdeling) op, waarvan het gemiddelde gezien wordt als de meest betrouwbare meetwaarde. Binnen de testpraktijk is dit ideaal echter vrijwel onhaalbaar. Men beroept zich daarom op een gedachte-experiment, waarin een testpersoon in een tijdsvacuüm blootgesteld wordt aan oneindig veel testafnames met hersenspoeling (wissen van het geheugen) na iedere afname. Uitsluitend op basis van dit gedachte-experiment kan men in de klassieke testtheorie uitgaan van de gewenste, doch niet-bestaande, privéverdeling. Het gemiddelde hiervan wordt gelijkgesteld aan de betrouwbare score en de standaardafwijking vormt de meetfout. Aangezien dit experiment fictief is, blijven de betrouwbare score en de meetfout van een individu onbekend. Bij wijze van oplossing meet men een (grote) steekproef van verschillende personen eenmalig en gebruikt men deze data als schatter voor de privéverdeling van een enkel individu. Kortom, interindividuele data worden gelijkgesteld aan intra-individuele data. Ongeacht de praktische noodzaak is een dergelijke uitruil theoretisch alleen te rechtvaardigen onder strikte voorwaarden, die gevat zijn in het zogeheten ergodisch theorema. Een van deze voorwaarden is dat alle privéverdelingen van alle personen in de steekproef identiek moeten zijn om een uitspraak over een individu te mogen doen. Het is onrealistisch te veronderstellen dat in de testpraktijk aan deze voorwaarde voldaan wordt. Het gevolg hiervan is dat er onverifieerbare uitspraken worden gedaan over het individu en onbekende risico’s worden genomen voor diens welzijn. Dit geeft aanleiding tot een korte verkenning van mogelijke alternatieven voor testgebruik.

Begrijpend lezen en begrijpend leesonderwijs
Cor Aarnoutse

In dit artikel worden drie vragen beantwoord: a) Welke factoren zijn van invloed op begrijpend lezen?, b) Wat zijn de doelen van begrijpend leesonderwijs?, en c) Welke methoden zijn geschikt om die doelen te bereiken? In het eerste deel van het artikel besteden we aandacht aan drie factoren die van invloed zijn op begrijpend lezen, namelijk kennis, processen en algemene cognitieve bronnen. Aan de hand van onderzoek laten we zien wat de invloed is van orthografische kennis, linguïstische kennis en algemene kennis op begrijpend lezen. Daarna beschrijven we enkele belangrijke processen zoals decoderen, woordidentificatie, afleidingen maken en het monitoren van het begrijpend leesproces. We sluiten dit deel af door het belang van algemene cognitieve bronnen zoals geheugen en intelligentie te vermelden. In het tweede deel staat het onderwijs in begrijpend lezen centraal. We besteden aandacht aan de doelen van begrijpend leesonderwijs en aan de methoden om die doelen te bereiken. De doelen omschrijven we in termen van vaardigheden die een goede lezer op het niveau van het basis- en speciaal onderwijs uitvoert. Wat betreft de methoden komen eerst vier benaderingen van begrijpend leesonderwijs ter sprake. Na een schets van een les in begrijpend lezen volgens het directe instructiemodel en een toelichting daarop beschrijven we in detail drie belangrijke methodieken die leerkrachten kunnen gebruiken in lessen voor begrijpend lezen.