OOP jrg. 58 (3-4)
€18,00
E-BOOK OOP 58 (3-4)
€17,00
|
|
SKU | OOP58-3/4 |
---|---|
Jaargang | jrg. 58 nr. 3-4 |
Aantal pagina's | 56 |
Uitvoering | full colour |
- Beschrijving
Beschrijving
Een los nummer bestellen kan via OOP@Spabonneeservice.nl.
Een abonnement telt 4 nummers per jaar. Zie onze abonnementspagina.
Inhoud van dit nummer
Volgspot: Groepswerk in het onderwijs
Stijn Vandevelde
Ervaringswerk in de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Recente ontwikkelingen en uitdagingen voor de toekomst
Tijs Van Steenberghe, Didier Reynaert, Griet Roets & Jessica De Maeyer
De vermaatschappelijking van de zorg gaat gepaard met een toenemende inzet van ervaringswerkers in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Er zijn echter heel wat onduidelijkheden over het belang van ervaringswerk en de concrete inzet van ervaringswerkers. Op basis van recente ontwikkelingen en uitdagingen realiseren we een exploratief onderzoek naar hoe ervaringswerk in Vlaanderen in de geestelijke gezondheidszorg vorm krijgt. De resultaten van het onderzoek zijn gestoeld op een online vragenlijst en uitgebreide literatuurstudie. We stellen vast dat er een sterke behoefte is aan het verder ontwikkelen van een visie op ervaringswerk als een gedeelde professionele praktijk waarbij aandacht is voor intervisie, coaching en opleiding van ervaringswerkers en andere professionals.
Factsheets over specifieke vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een hulpmiddel bij signalering en doorverwijzing van slachtoffers en plegers
Rik Viergever, Wilma Schakenraad, Marianne van der Krans & Robinetta de Roode
Er zijn veel specifieke vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling die weinig bekend zijn bij zorg- en hulpverleners: geweld tegen het ongeboren kind, shakenbabysyndroom, vrouwelijke genitale verminking, pediatric condition falsification, jeugdprostitutie (meiden of jongens), kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld of een vechtscheiding, (ex-)partnergeweld tegen mannen, ouderenmishandeling, oudermishandeling (kind-oudergeweld), ontspoorde mantelzorg, mensenhandel, stalking, online seksuele intimidatie en eergerelateerd geweld (zoals gedwongen huwelijken, gedwongen isolatie en achterlating). Omdat deze geweldsvormen minder bekend zijn, worden slachtoffers hiervan geregeld gezien door zorgen hulpverleners zonder dat ze als slachtoffer worden geïdentificeerd en de juiste hulpverlening krijgen. Om dit probleem aan te pakken zijn in Nederland in 2018 en 2019 meer dan 25 factsheets ontwikkeld – elk over een specifieke vorm van huiselijk geweld of kindermishandeling of over geweld tegen een specifieke doelgroep. De ontwikkeling van deze factsheets brengt twee voordelen met zich mee voor orthopedagogen: 1) meer bewustwording over de diversiteit die er bestaat in de vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling, en 2) gratis, laagdrempelig beschikbare factsheets met extra informatie over deze groepen op www.huiselijkgeweld.nl/typengeweld, als hulpmiddel bij het signaleren en doorverwijzen van slachtoffers en plegers. In dit artikel lichten we toe hoe dit in de praktijk voordelen met zich meebrengt, aan de hand van een praktijkvoorbeeld over mensenhandel.
Grillige begaafdheidsprofielen bij zeer makkelijk lerende leerlingen in het basisonderwijs
Natasja Takács-Tielenburg
Het Nederlandse onderwijs lijkt niet goed in staat om tegemoet te komen aan de onderwijs- en zorgbehoeften van de hoogbegaafde leerling. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn het vergeten van de grote variabiliteit binnen deze groep van zeer makkelijk lerende leerlingen en het leggen van de nadruk op bovengemiddelde, vaak cognitieve, capaciteiten bij de identificatie. Bij deze groep leerlingen kunnen echter grillige begaafdheidsprofielen worden verwacht met sterke en zwakke punten en verschillende talenten. Bij 22 leerlingen in groep 7 van het regulier basisonderwijs werden zes tests afgenomen, die zowel de cognitieve capaciteiten, de taakgerichtheid en -toewijding als de creativiteit meten. Hieruit bleek dat zeer makkelijk lerende kinderen niet enkel bovengemiddeld scoren. Verder werd gevonden dat iedere zeer makkelijk lerende leerling in het bezit is van een grillig en uniek begaafdheidsprofiel. Aanbevolen wordt om bij de identificatie van zeer makkelijk lerende kinderen niet alleen gebruik te maken van tests die de cognitieve capaciteiten meten maar ook gegevens te verzamelen over de taakgerichtheid en -toewijding en de creativiteit en die te combineren met gegevens van andere bronnen, zoals de mening van de leerkracht, om zo voor elke leerling een individueel begaafdheidsprofiel te creëren. Om zeer makkelijk lerende leerlingen in het regulier basisonderwijs te laten excelleren is het van essentieel belang om bij deze profielen aan te sluiten.