OOP jrg. 59 (5)
€18,00
E-BOOK OOP 59 (5)
€17,00
|
|
SKU | OOP59-5 |
---|---|
Jaargang | jrg. 59 nr. 5 |
Aantal pagina's | 56 |
Uitvoering | full colour |
- Beschrijving
Beschrijving
Een los nummer bestellen kan via OOP@Spabonneeservice.nl.
Een abonnement telt 4 nummers per jaar. Zie onze abonnementspagina.
Inhoud van dit nummer
Volgspot: Praktijken van discriminatie, ongelijkheid en stigmatisering in tijden van corona
Jessica De Maeyer
Familiebanden van pleegkinderen. Een kwalitatief onderzoek naar de beleving van pleegkinderen in perspectiefbiedende pleegzorg
Frank Van Holen, Ann Clé, Delphine West, Laura Gypen & Johan Vanderfaeillie
Dit kwalitatief onderzoek beschrijft hoe 27 pleegkinderen tussen 12 en 18 jaar oud, geplaatst in perspectiefbiedende pleegzorg, het concept familie ervaren. Conform eerder onderzoek kijken pleegkinderen pragmatisch en ruimdenkend naar het concept familie. In het algemeen waren ze zeer tevreden over hun pleeggezin dat ze beschouwden als echte familie. Vaak stellen ze dat het hen beter vergaat dan in het gezin van oorsprong. De aanwezigheid van andere kinderen in het pleeggezin wordt meestal als positief ervaren. De relatie met hun familie van oorsprong is complexer. Pleegkinderen spraken over hun ouders met een grote loyaliteit en vergevingsgezindheid, maar ook met bezorgdheid, verdriet en boosheid. Tijdens contactmomenten worden vaak leuke activiteiten gedaan, maar niet zelden worden ze overschaduwd door conflicten en problemen. Broers en zussen nemen een belangrijke plaats in, al zorgt de plaatsing soms voor een vertroebeling van contact. Het creëren van een context waarin de ontwikkelingsnoden van het pleegkind centraal staan en het pleegkindperspectief een duidelijke plaats krijgt, is dan ook een belangrijke opdracht voor pleegzorgbegeleiders.
Besluitvorming bij hereniging. Het perspectief van pleegzorgprofessionals
Paul Vedder, Mirte Teunissen & Anouk Goemans
In deze studie hebben we onderzocht wat volgens pleegzorgprofessionals de criteria zijn voor hereniging. Aan het eerste deel van de studie deden 78 pleegzorgprofessionals mee die een open vraag beantwoordden: Wat zijn volgens u de voorwaarden voor een terugplaatsing naar huis? Deze voorwaarden werden door twee teams van twee beoordelaars teruggebracht tot 53 unieke criteria. Deze criteria werden in het tweede deel van de studie door 35 van de pleegzorgprofessionals in clusters geordend. Ook beoordeelden zij het belang van elk van de criteria. De data zijn geanalyseerd met multidimensionale schaalanalyse en hiërarchische clusteranalyse. Hieruit bleek dat het groeperen in zeven clusters het best passend is bij de data. Aan elk cluster is een thema gekoppeld: (1) veilige ouder-kindrelatie, (2) bereidheid van het gezin, (3) voorbereiding en timing aangepast aan het kind, (4) opvoedingsvaardigheden en het functioneren van de ouders, (5) formele en informele steun, (6) bereidheid en wensen van het kind, en (7) continuering van samenwerking door ouders. Deze zeven thema’s en de bijbehorende criteria kunnen dienst doen als leidraad en kader voor een systematische aanpak van het zogenaamde perspectiefonderzoek, specifiek als het gaat om hereniging.
Besluitvorming bij hereniging. Het perspectief van kinderrechters en een vergelijking met pleegzorgprofessionals
Paul Vedder, Mirte Teunissen & Anouk Goemans
Eerder onderzoek suggereert dat het na hereniging van kinderen met hun ouders na een periode van pleegzorg in relatief veel gevallen toch weer fout gaat tussen ouders en kinderen. Kinderen worden dan opnieuw uit huis geplaatst. Het uitgevoerde onderzoek is een stap om bij te dragen aan verbetering van deze situatie. Daartoe richten we ons op de advisering en besluitvorming over hereniging. Waarop baseren kinderrechters zich bij het nemen van herenigingsbesluiten? Hoe zit het met adviezen van pleegzorgprofessionals als het gaat om hereniging? En hoe zit het met de afstemming tussen pleegzorgprofessionals en kinderrechters? Om deze vragen te beantwoorden is onderzoek uitgevoerd waarbij zes codeurs 172 dossiers van gerechtelijke zaken geanalyseerd hebben. De aangetroffen criteria werden middels systematische vergelijking gereduceerd tot 76 unieke criteria. Met deze criteria hebben twaalf kinderrechters daarna een sorteertaak uitgevoerd en zij gaven aan welk gewicht elk van de criteria zou hebben voor hereniging. De data werden geanalyseerd met multidimensionale schaalanalyse en hiërarchische clusteranalyse, wat leidde tot een ordening van de criteria in zes clusters. Elke cluster werd voorzien van een thematisch label: (1) opvoedvaardigheden en het functioneren van ouders; (2) bereidheid van het kind; (3) continueren van samenwerking en het bieden van veiligheid; (4) formele en informele steun; (5) ontwikkelingsbehoeften, functioneren en wensen van het kind en (6) pleegouder-pleegkindrelatie. Bij vergelijking met de uitkomsten van een parallelle studie onder pleegzorgprofessionals bleek er een aanzienlijke overlap in thema’s en deels ook van onderliggende criteria. Deze overlap suggereert dat het mogelijk is om overeenstemming en afstemming tussen pleegzorginstanties, pleegzorgprofessionals en kinderrechters te optimaliseren. Dit kan ertoe bijdragen dat deze betrokkenen bij pleegzorg een gerechtelijk besluit m.b.t. hereniging gezamenlijk kunnen dragen en derhalve beter in staat zijn om het besluit goed uit te voeren.
Als het misgaat thuis. Het perspectief van ouders
Paulien Bom
Introductie bij het boek ‘Als het misgaat thuis’