Hoofdredacteurs: Anna M.T. Bosman & Stijn Vandevelde

OOP jrg. 61 (4)

18,00

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

E-Book
SKU

OOP61-4

Jaargang

jrg. 61 nr. 4

Aantal pagina's

52

Uitvoering

full colour

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

Beschrijving

Een los nummer bestellen kan via OOP@Spabonneeservice.nl.
Een abonnement telt 4 nummers per jaar. Zie onze abonnementspagina.


Inhoud van dit nummer 

Volgspot: En de meeste mensen deugen!
Johan Vanderfaeillie

Mindset speelt geen rol in een dyslexiebehandeling
Sanne Kuster

In theorie kunnen overtuigingen die individuen hebben over de maakbaarheid van intelligentie of andere cognitieve vaardigheden het leerproces verschillend beïnvloeden. In de mindsettheorie wordt een onderscheid gemaakt tussen een groei- (growth) en een statische (fixed) mindset. Personen die een groeimindset aanhangen, hebben de overtuiging dat capaciteiten veranderlijk zijn. Personen die een statische mindset aanhangen, daarentegen, zijn ervan overtuigd dat capaciteiten onveranderlijk zijn. Het aanhangen van een groeimindset heeft mogelijk een positiever effect op leeruitkomsten dan een statische mindset, met name als leerlingen leermoeilijkheden ervaren. In deze studie met een quasi experimentele opzet is onderzocht of mindset een rol speelt bij leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen. Ten eerste is onderzocht of de mindset van leerlingen met dyslexie verschilt van die van leerlingen zonder dyslexie. Daarnaast is onderzocht of er een effect is van mindset op de vooruitgang in het lezen en spellen gedurende een dyslexiebehandeling. Leerlingen met en zonder dyslexie verschilden niet in hun mindset ten aanzien van algemene intelligentie en lezen. De mindset ten aanzien van spellen van leerlingen met dyslexie was echter statischer dan die van leerlingen zonder dyslexie. De resultaten toonden voorts aan dat mindset ten aanzien van lezen en spellen geen invloed had op de vooruitgang tijdens een dyslexiebehandeling. Leerlingen met een groeimindset gingen evenveel vooruit wat lezen en spellen betreft als leerlingen met een statische mindset. Op basis van de resultaten van deze studie lijkt mindset de effectiviteit van dyslexiebehandelingen niet te kunnen verhogen.

Wat maakt het verschil in het voorkomen van schooluitval bij jongvolwassenen?
Lindsay Janssen, Lana Van Den Berghe, Els Van Hyfte, Marjan Coussens & Stijn Vandevelde

Vroegtijdig schoolverlaten is het resultaat van een complex proces van verschillende risicofactoren. Vanuit Europees, Vlaams en lokaal beleid wordt voornamelijk ingezet op de vermindering van het aantal schoolverlaters via identificatie, monitoring, coördinatie en preventieve maatregelen. Dit onderzoek belicht de leerloopbaancoaching van ongekwalificeerde jongeren tussen achttien en vijfentwintig jaar in een case studie binnen De Stap Leerwinkel Oost-Vlaanderen – Word Wijs! op basis van een kwalitatieve dossierstudie van dertig leerloopbaantrajecten. Aan de hand van een thematische analyse worden risicofactoren van het proces van vroegtijdig schoolverlaten in kaart gebracht. Daarnaast belicht dit onderzoek succesfactoren m.b.t. de leerloopbaancoaching van jongeren door het gebruik van een fasenmodel van leerloopbaancoaching. Op basis van het onderzoek wordt duidelijk dat individuele, familiale, peer- en buurtfactoren alle een invloed hebben op het vroegtijdig schoolverlaten. In een aantal trajecten speelt een cumulatief proces van deze factoren, terwijl in andere trajecten ingrijpende gebeurtenissen het vroegtijdig schoolverlaten in de hand werken. Beïnvloedende factoren die maken dat jongeren gemotiveerd zijn en hun leerloopbaantraject voortzetten, zijn: de intensieve opvolging (positieve bekrachtiging, op maat werken, aanklampend begeleiden, procesbewaking), de houding en attitudes van de coaches van Word Wijs! (sterktegericht perspectief) en een breed persoonlijk en professionele netwerk. Dit onderzoek toont aan dat contextgericht werken (oog voor jongeren in kwetsbare opvoedingssituaties), samenwerken, mentorschap, het betrekken van de zelfdeterminatietheorie (cf. autonomie, verbondenheid en competentie) én het belang van geloof en vertrouwen succesfactoren kunnen zijn bij het coachen van jongeren die het risico lopen op vroegtijdig schoolverlaten.

Alleenstaande minderjarige vluchtelingen en hun transitie naar zelfstandigheid. Een verkennend onderzoek
Monika Smit & Elianne Zijlstra

Alleenstaande minderjarige vluchtelingen met duurzaam verblijfsrecht moeten zich wanneer zij achttien jaar worden grotendeels zelfstandig zien te redden, omdat voogdij en opvang dan eindigen. Mede omdat zij op dat moment vaak nog maar kort in Nederland zijn en veel hebben meegemaakt, is het de vraag of zij dat redden. In deze bijdrage doen we verslag van een onderzoek onder professionals over de voorbereiding van deze jongeren op de transitie naar zelfstandigheid, de problemen die zich daarbij voordoen en hoe deze volgens de professionals vermeden zouden kunnen worden. Een centrale conclusie is dat de overgang vaak niet gemakkelijk is. Verlengde opvang en begeleiding moet voor deze doelgroep mogelijk zijn.

Verlies draag je samen. Rouwverwerking in een gezin
Madelief van der Ent-Bouwman & Raymond A.T. de Kemp

Dit pilotonderzoek heeft als doel niet-gecompliceerde rouwervaringen van gezinnen te verkennen vanuit het perspectief van ouders. Er zijn acht ouders geïnterviewd van wie hun kind of partner is overleden. De ervaringen van deze ouders wijzen op drie lagen van rouwverwerking. Deze lagen verschillen in inhoud, diepte en zichtbaarheid. De eerste laag, Eerste schok, bevat thema’s waar een gezin mee moet omgaan wanneer ze voor het eerst horen over het overlijden en wanneer ze afscheid moeten nemen van een dierbare. De tweede laag, Het leven gaat door, refereert naar de thema’s waar gezinnen mee moeten leren omgaan wanneer ze hun leven zonder de overledene weer moeten oppakken. De laatste laag, Levensimpact, betreft thema’s die te maken hebben met de impact die het overlijden van een gezinslid heeft op een persoon op de lange termijn, hoe het iemand verandert. Deze lagen worden gepresenteerd in het Drie Lagen Model (DLM) voor niet-gecompliceerde rouw.