OOP jrg. 58 (9-10). Thema: alliantie in de zorg

18,00

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

E-Book
SKU

OOP58-9/10

Jaargang

jrg. 58 nr. 9-10

Aantal pagina's

56

Uitvoering

full colour

Beschikbaarheid: Uitverkocht Categorieën: ,

Beschrijving

Een los nummer bestellen kan via OOP@Spabonneeservice.nl.
Een abonnement telt 4 nummers per jaar. Zie onze abonnementspagina.


Inhoud van dit nummer

Volgspot: ‘Technoference’
Hedwig van Bakel

Allianties in de ambulante gezinshulpverlening. Een observatieonderzoek naar de bijdrage van de hulpverlener
Marianne J. Welmers-van de Poll & Geert-Jan J.M. Stams

De alliantie tussen gezinshulpverleners en gezinnen is één van de voorspellers van behandeluitkomsten in de hulpverlening aan jeugd en gezin. Wanneer meerdere gezinsleden betrokken zijn bij de behandeling, spelen systemische aspecten van de alliantie, namelijk de ervaren veiligheid in het behandelsysteem en de gezamenlijke doelperceptie in het gezin, een belangrijke rol. De rol van de behandelaar is daarbij naar verwachting cruciaal. In dit onderzoek is gekeken naar de geobserveerde bijdrage van 34 gezinshulpverleners aan de alliantie op twee momenten in de ambulante gezinshulpverlening aan 58 gezinnen. Resultaten laten zien dat de geobserveerde gezinshulpverleners voornamelijk investeren in individuele allianties met de verschillende gezinsleden en weinig tot geen gedrag laten zien waarmee een bijdrage wordt geleverd aan veiligheid in het behandelsysteem en de gezamenlijke doelperceptie in het gezin. We vonden geen verschil in de bijdrage aan de alliantie tussen de startfase (T1) en de actieve veranderfase (T2) van de behandeling. Bij de T1-meting hing leeftijd van de gezinshulpverlener negatief en werkervaring positief samen met de bijdrage aan de Betrokkenheid in het Therapeutisch Proces. Beperkingen van het onderzoek en aanbevelingen voor praktijk en vervolgonderzoek worden besproken.

De alliantie tussen ouders en hulpverleners en resultaten van zorg voor jeugd. Een overzichtsstudie
Marieke de Greef, Huub M. Pijnenburg, Marion J.C. van Hattum & Ron H.J. Scholte

Voor deze overzichtsstudie bundelden we literatuur die zicht geeft op het verband tussen de ouder-hulpverlener alliantie en het resultaat van hulp aan jeugdigen, ouders en gezinnen binnen de zorg voor jeugd. Op basis van gerichte zoektermen, internationale digitale databases, literatuurlijsten van relevante artikelen en inclusiecriteria gebaseerd op eerdere overzichtsstudies, werden 46 studies geïncludeerd. Over het algemeen lieten deze studies zien dat een betere ouder-hulpverlener alliantie samengaat met betere hulpverleningsresultaten, al bestond er binnen en tussen studies wel variatie ten aanzien van de sterkte en richting van dit verband. Aanbevelingen voor de praktijk en toekomstig onderzoek worden besproken.

De relatie tussen externaliserend en internaliserend probleemgedrag en vroege therapeutische alliantie in de residentiële jeugdzorg. Een cross-lagged analyse
Renée N.H. Tijdink, Ron H.J. Scholte, Marc J.M.H. Delsing, Karin S. Nijhof & Marieke de Greef

Deze studie onderzocht het wederzijdse verband tussen probleemgedrag bij jeugdigen en de therapeutische alliantie met hun mentor gedurende de eerste zes maanden van hun residentiële behandeling. De onderzoeksgroep bestond uit 393 jeugdigen (60% jongens) tussen de tien en negentien jaar oud (M = 15.30; SD = 1.85). Probleemgedrag en alliantie werden bij de start van de behandeling en na zes maanden behandeling gemeten. Probleemgedrag werd gerapporteerd door de jeugdige, alliantie werd door zowel jeugdigen als hun mentor gerapporteerd. De resultaten toonden aan dat meer internaliserende problemen van jeugdigen aan het begin van de behandeling voorspellend waren voor een sterkere toename van de emotionele en taakalliantie zoals gerapporteerd door de mentor gedurende de eerste zes maanden van de behandeling. Meer externaliserende problemen aan het begin van de behandeling hingen samen met een lagere taakalliantie aan het begin van de behandeling, zoals gerapporteerd door de mentor. De emotionele en taakalliantie aan het begin van de behandeling zoals gerapporteerd door de jeugdigen hingen niet samen met probleemgedrag aan het begin van de behandeling, en waren niet voorspellend voor de problematiek zes maanden later. Implicaties voor de klinische praktijk en onderzoek worden besproken.

Alliantie en modeltrouw. Een goede match?
Aurelie M.C. Lange, Rachel E.A. van der Rijken, Marc J.M.H. Delsing, Jan J. van Busschbach, Joan E. van Horn & Ron H.J. Scholte

De alliantie (werkrelatie) tussen de behandelaar en de cliënt speelt een belangrijke rol in effectieve behandelingen van psychische problemen. Minder is bekend over de samenhang tussen alliantie en andere behandelinhoudelijke variabelen, zoals de modeltrouw van de behandelaar (de mate waarin de behandelaar zich aan het behandelmodel houdt). Op basis van de literatuur werd verwacht dat alliantie en modeltrouw elkaar gedurende de behandeling wederzijds zouden versterken. De wederzijdse samenhang tussen alliantie en modeltrouw gedurende de behandeling werd getoetst met behulp van een cross-lagged panel analyse bij een steekproef van 1.970 adolescenten en hun ouders die Multi Systeem Therapie (MST) ontvingen. Een aantal cliëntkenmerken zijn getoetst als moderator. Alliantie en modeltrouw zijn maandelijks gemeten door middel van een telefonisch interview met de ouder. Alliantie in de ene maand voorspelde modeltrouw in de volgende maand. Modeltrouw in de ene maand voorspelde alliantie in de volgende maand, maar alleen gedurende het middelste deel van de behandeling. De effecten werden niet gemodereerd door cliëntkenmerken. De resultaten suggereren dat alliantie en modeltrouw elkaar kunnen versterken. Alliantie maakt het gemakkelijker om modelgetrouw te handelen, terwijl modelgetrouw handelen de alliantie kan versterken en verdiepen. Dit betekent dat modeltrouw het vormen van een goede alliantie niet hoeft te bemoeilijken en er zelfs een positieve impact op kan hebben. Behandelaren kunnen deze kennis gebruiken in de behandeling.